Wij maken gebruik van cookies

Onze website maakt gebruik van cookies van derden om onze diensten en producten te kunnen analyseren en verbeteren. U kunt instemmen met het gebruik hiervan, of kiezen om alleen de noodzakelijke cookies te gebruiken.

 
 

Straatwerk in Den Haag door de eeuwen heen

Rondlopend door het prachtige Den Haag kijk je vaak naar monumentale panden, die vaak goed gerestaureerd zijn, maar ook naar de bestrating en je kunt je dan afvragen hoe het er 100 jaar geleden uitzag, of 200… of in sommige delen van Den Haag zelfs 400 jaar geleden. Toen Den Haag nog een dorp was dat Die Haghe heette.

Vanaf het ontstaan van het dorpje Die Haghe zijn er natuurlijk straten en wegen geweest. Eind 14e eeuw waren bewoners zelf verantwoordelijk voor het onderhouden van het stukje straat voor hun huis. Hiervoor moest wel een “gezworen straatmaker van Delft of Leyden” worden ingehuurd om dit werk uit te voeren. Straten voor stadsgebouwen en onbebouwde erven werden door de Magistraat onderhouden. De burgemeesters (in die tijd waren er soms meerdere) kochten de straatstenen in, regelden het vervoer hiervan en stelden de stratenmakers aan. De bewoners van de huizen moesten de reparaties aan de straat voor hun deur vervolgens zelf betalen.

Deze regeling was echter geen onverdeeld succes. Door de ene straat kwamen veel meer wagens, karren en koetsen dan door de andere en dit had grote invloed op de staat van de straat en het aantal benodigde reparaties. In sommige gevallen (bijvoorbeeld bij de bewoners van de oostzijde van het Spui) nam de Magistraat dan deze kosten op zich: 

“in consideratie van ’t varen van de menichvuldige swaer geladen wagens, geschut ende turffwagens over de selve straet”.

Deze situatie bleef zo tot 1664. Toen wendden de burgemeesters van Den Haag zich tot de Staten van Holland, omdat zij het constateerden dat veel straten, wegen en riolen:

“werden bedurven, ongemaeckt en ongerepareert gelaten, ende oock sommige verhoocht, verlaecht, bestraet, gestelt ende onderhouden naer de phantaisie van de opbouers, eijgenaars ofte huijrders ende bewoonders”.

De staat van de wegen beschadigde de reputatie van Den Haag en de heren vroegen om het invoeren van een straatbelasting waaruit het onderhoud van de straten kon worden bekostigd.
Het Spui met gezicht op het armenhuis. de straat is in het midden geplaveid met keien, geflankeerd door straatklinkers. Getekend door P.C. Lafargue in 1781.

Vragen over deze blog?

Michiel van Mannekes

Stuur mij een e-mail
Michiel van Mannekes
Hoofd Bedrijfsbureau